Vroeg opstaan, hard werken, een goede moeder zijn: presentatrice Lisette Wellens van ‘Goedemorgen Nederland’ blééf maar doorgaan. In haar jeugd leerde ze immers dat ze niets voor lief mag nemen. Maar sinds haar lichaam ‘stop’ zei en ze heel veel leerde over zichzelf.
‘Mensen vroegen zich af of het wel goed met me ging.’
Lisette Wellens heeft net een uitzending van Goedemorgen Nederland achter de rug. Dat ze al voor dag en dauw op was, is niet aan haar te zien: haar ogen stralen en ze heeft duidelijk zin in het interview. Sinds begin september heeft de ochtendtalkshow van WNL een nieuw jasje, en dat past haar goed. “We zitten niet meer achter de desk, maar zitten samen met de gasten op de bank met een kop koffie. Er is meer ruimte voor een goed gesprek. Hoewel we een draaiboek hebben, komen de meeste vragen voort uit onze interesse. Dat maakt het herkenbaar en persoonlijk voor de kijker.”
“Ja, ik ga graag op zoek naar iets dat kijkers raakt of waar ze zichzelf in kunnen herkennen. Als er een politicus op de bank zit, wil ik dat de kijker ook iets ziet van de persoon erachter, in plaats van dat diegene een ‘riedeltje’ afdraait. Dat neemt niet weg dat ik ook van hard nieuws hou; de Nederlandse politiek, de verkiezingen in de Verenigde Staten en het conflict in het Midden-Oosten vind ik belangrijk en interessant om te behandelen.”
“Ik heb altijd een bepaalde honger gehad naar kennis. Ik las alles wat los en vast zat, ook dingen waarvoor ik misschien nog iets te jong was. Op mijn achtste las ik stiekem het dagboek van Anne Frank, nadat we het op school over de Tweede Wereldoorlog hadden gehad. Ik vond het heel interessant, maar daarna was ik zó bang dat er weer een oorlog zou uitbreken, dat ik een tijdje op de kamer van mijn broer heb geslapen.”
Tekst: Marjolein de Jong