Antoine Bodar: ‘Zullen we elkaar geborgenheid bieden?’

Antoine Bodar, Nederlands bekendste priester, wordt tachtig jaar. Tussen Kerst en Oud & Nieuw blikt hij in De nacht van Bodar terug op zijn veelbewogen leven. Wat waren de schuilplaatsen in zijn bestaan en welke betekenis geeft hij aan Kerstmis?

Antoine Bodar is al een kwart eeuw thuis in Rome, een stad die hem toevlucht bood toen hij er in 1998, midden in een zware depressie, neerstreek. Hij woont sindsdien met zo’n twintig medebroeders in een priesterhuis, op een steenworp afstand van het beroemde Piazza Navona. Zijn kamer is licht en sober en biedt uitzicht op twee kerken: de Santa Maria della Pace en de Santa Maria dell’Anima, de kerk die bij het priesterhuis hoort. “Hier kan ik nadenken en schrijven. In dit huis, in deze kamer voel ik me geborgen.” Hij kende in zijn leven veel meer van die veilige havens, zowel letterlijk als figuurlijk. De grootste schuilplaats vindt hij, altijd, in de nabijheid van God.

Wat zijn uw vroegste herinneringen aan een schuilplaats?

“Mijn moeder was mijn eerste schuilplaats. Als kind was ik het liefst bij haar in de buurt. Niet dat ik bij haar op schoot kroop, of dat ze me knuffelde; in die tijd waren de meeste ouders niet zo fysiek met hun kinderen. Gewoonweg haar nabijheid gaf me een gevoel van veiligheid. Daarnaast was ik als jongetje misdienaar en was ik dus heel veel in de kerk te vinden. Het gebouw, de muziek, de wierook, de priester aan het altaar, ik vond het ongelooflijk indrukwekkend allemaal. Dat was toen al mijn wereld, daar voelde ik me thuis.”

Hoe was het toen u zich een periode helemaal niet meer zo thuis voelde in de kerk?

“Ik heb erg geleden onder het feit dat het mysterie van het geloof in Nederland met de vuilnisman werd meegegeven na het Tweede Vaticaans concilie (1962-1965, red.). Priesters werden presentatoren van een mooie show, waarin niet de eucharistie, maar mens en maatschappij centraal stonden. Voor mij verdween toen alle geborgenheid uit de liturgie. Maar hoe blij verrukt was ik, toen ik in de Kerstnacht van 1969 voor het eerst in de Abdij Sint-Benedictusberg in Vaals kwam. Daar viert men de liturgie van eeuwen, zij het in de moderne vorm. Dat vind ik prachtig: het sacrale, de heiligheid, het Gregoriaans. Sindsdien is de abdij een toevluchtsoord voor me, ik kom er minstens een keer per jaar.”

Het hele artikel leest u in KRO Magazine 51+52. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Kalien Blonden

Een plek om te schuilen

Een veilig heenkomen is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Sommigen leiden hun
leven op straat, anderen ontvluchten hun thuis vanwege oorlog. En dan heb je iemand
nodig die zich om je bekommert. Deze landgenoten zijn daar een voorbeeld van.

Eric van ’t Zelfde (51) uit Dream school zegde zijn topbaan op en bekommert zich nu om daklozen in Rotterdam.

“De polarisatie in de samenleving wordt steeds erger. Daarom wilde ik terug naar mijn roots: niet nog meer geld verdienen, maar dienen. Toen ik las dat ze bij de Pauluskerk in Rotterdam een sociaal werker zochten, heb ik gevraagd of ik een paar dagen mocht meelopen. Ik zag daklozen die gewond, bang, zwak en kwetsbaar waren. En ik zag werknemers en vrijwilligers die onvoorwaardelijk naar hen omkijken. Die zorgen dat ze kunnen douchen en droge kleren krijgen als ze na een koude nacht nat binnenkomen. Die met ze in gesprek gaan, kijken of diegene bereid is om afscheid te nemen van zijn verslaving. Hier moet ik zijn, dacht ik. In de Pauluskerk wordt niet óver, maar mét mensen die het moeilijk hebben gepraat. Pas als je dat doet, kan je goed beleid maken. Dat er veel moet veranderen, werd me bijvoorbeeld duidelijk toen hier een jonge jongen binnenkwam. Zijn ouders hadden hem op straat gezet, die avond zou hij voor het eerst buiten slapen. Eerst dronk hij rode wijn om zich te verdoven, na een paar weken rookte hij crack. Deze jongen heeft vijf instanties die op hem moeten letten, maar ze werken niet samen en mogen hun dossiers niet onderling delen. Ik wil niet toekijken hoe hij een langzame dood tegemoet gaat en probeer hem zo goed mogelijk te helpen. ‘Dit is cv-zelfmoord’, zeiden sommige mensen toen ze hoorden dat ik mijn topbaan had ingeruild voor deze functie. Het salaris is een stuk lager en ik heb inderdaad geen secretaresse meer die mijn lunch maakt, maar ik zie nu iedere dag het effect van mijn handelen. Toen ik van de week een man nieuwe kleding gaf, was hij zo dankbaar dat hij begon te huilen. Laten we het hoofd koel houden en het hart warm. Niet alleen met Kerstmis, maar het hele jaar.”

Ida Polster-Rood (32) en haar man Erik (43) stelden hun erf open voor Zenia, Julia en Veronika uit Oekraïne.

“Een paar maanden voordat we naar deze boerderij verhuisden, brak de oorlog in Oekraïne uit. De broer van Erik ving een vluchteling op en dat leek ons ook meteen een mooi idee. In het bijgebouwtje van de boerderij bouwden we een keukentje, badkamer en verwarming. Twee maanden later stonden Zenia, Julia en Veronika op de stoep, met hun vijf katten. Afspraken maakten we niet. Ik ga altijd uit van het goede in de mens en werd ook deze keer niet teleurgesteld. Van een taalbarrière is gelukkig geen sprake: Veronika kan goed Engels en ik spreek Russisch omdat ik in Oezbekistan geboren ben. Ook werken ze hard om Nederlands te leren. We helpen elkaar waar we kunnen. Erik en ik gaan mee naar de huisarts als dat nodig is, zij pakken de babyfoon als we een avondje weg zijn. Onze dochters van drie en een jaar oud weten niet beter dan dat Zenia, Julia en Veronika in hun levens zijn en gaan graag bij ze spelen of tv kijken. Ik zie ze al lang niet meer als vluchtelingen, maar als vrienden of familie. Ze zijn natuurlijk wel gevlucht. Veel delen ze niet over de oorlog in hun land maar als we samen een borrel drinken, komen de verhalen los. Dan laten ze met tranen in hun ogen foto’s zien van de stad waar ze ooit woonden. Veel mensen die Oekraïners thuis opvingen, zijn daar inmiddels mee gestopt. Dat begrijp ik als je in een klein huis woont en alles moet delen. Wij hebben het geluk dat we deze vrouwen de ruimte kunnen bieden om hun eigen leven te leiden. Hopelijk voelen ze zich hierdoor een beetje minder vluchteling en meer mens. Ze mogen zo lang blijven als ze willen.”

Het hele artikel leest u in KRO Magazine 51+52. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Elselien van Dieren

Column Leo Fijen: Gezegend kerstfeest

Leo Fijen was tot november 2019 hoofdredacteur Levensbeschouwing bij KRO-NCRV daarna is hij deels met pensioen gegaan en zal hij als presentator aanblijven en adviezen geven aan de directie op het gebied van levensbeschouwing. In KRO Magazine schrijft hij wekelijks een column over zaken die hem opvallen of bezighouden.

Als de nacht van Kerstmis nadert wordt in veel kerken eerst het kerstspel voor de kinderen gespeeld. Met herders en schapen, met wijzen en engelen, met de os en de ezel, met de herbergier die nee moet zeggen, met de ster die de weg wijst, met Maria en Jozef en met het kindje in de kribbe.

Zo gaat het ook in mijn dorpskerk. Het lijkt wel alsof het steeds drukker wordt. Met dank aan de moeder die iedereen kent en bij de basisschool kinderen enthousiast maakt voor het kerstspel. Deze moeder is huisarts en heeft weinig tijd over om voor de kerk actief te zijn. Maar in december is ze de regisseur van het kerstspel en krijgt ze het voor elkaar dat tientallen kinderen, ouders en grootouders samenkomen in onze kerk. Het is een moment om nooit te vergeten. Zeker niet voor de opa die naast me zit.

Hij heeft het moeilijk, want zijn vrouw is ongeneeslijk ziek en wacht op haar dood in een hospice. Toch is hij bij het kerstspel, met een goede reden. Het kindje in de kribbe is zijn pasgeboren kleinzoon. Dat is het dubbele van feestdagen: verdriet en vreugde komen samen. Alles doet pijn maar veel geeft ook blijheid. Ook bij deze opa die zelf graag video’s maakt.

Op het moment dat zijn kleinzoon als kindje Jezus wordt binnengedragen, stralen zijn ogen. Hij staat op en begint te filmen. Opa is trots en blij en heeft tegelijk zorgen om zijn vrouw. Dat is het even, dat is Kerstmis voor veel mensen. Als het leven van dierbaren beproefd wordt en ten einde loopt, is daar het licht van het nieuwe leven. Licht in de duisternis, het gebeurt voor mijn ogen. Dat licht filmt opa en laat hij op Kerstavond zien aan zijn vrouw in het hospice.


Zo is Kerstmis ook een opdracht voor ons allemaal: om het Licht van Christus door te geven aan allen die in het donker leven. Als je dat doet, is het voor iedereen Gezegend Kerstmis, voor zieken en pasgeboren kinderen, voor grootouders, ouders en kleinkinderen.

De hele column van Leo Fijen staat in KRO Magazine 51+52. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Reageren? mailbox@kromagazine.nl of Postbus 23200, 1202 ED Hilversum

Column Leo Fijen: Zuster Gaudia

Leo Fijen was tot november 2019 hoofdredacteur Levensbeschouwing bij KRO-NCRV daarna is hij deels met pensioen gegaan en zal hij als presentator aanblijven en adviezen geven aan de directie op het gebied van levensbeschouwing. In KRO Magazine schrijft hij wekelijks een column over zaken die hem opvallen of bezighouden.

Als ik haar kamer binnenkom, zie ik dat ze slaapt. Ik hoop dat ze droomt van 7 januari en 19 maart, belangrijke data in het nieuwe jaar. Want dan bereikt ze de gezegende leeftijd van 95 jaar en viert ze dat ze zeventig jaar zuster van Onze Lieve Vrouw in Amersfoort is. Ze kijkt er al maanden naar uit en weet wat wachten is. Sterker, ze telt de dagen af tot haar verjaardag en het unieke professiefeest.

Zuster Gaudia is haar kloosternaam. Ze is de enige overgeblevene van alle kloosterzusters in Lage Vuursche. Ze kan geen kant op, ze ligt in haar bed of ontspant liggend in haar stoel. En toch viert ze de dag alsof ze morgen weer kan tennissen. Want deze zuster deed alles met vreugde: bidden, sporten, zorgen en wachten. Met dat blije wachten is ze een voorbeeld voor ons allemaal in deze tijd van Advent.

Als ze haar ogen opent, lacht ze haar meest ondeugende lach. ’Weet je dat ik de tante van Jezus ben?’, vraagt ze met twinkelende ogen. ‘Hoezo?’, vraag ik. ‘Nou’, antwoordt ze, ‘dat is simpel. Ik ben Zuster van Onze Lieve Vrouw. Dat is Maria. En als ik zuster van Maria ben, kan het niet anders dan dat ik ook de tante van Jezus ben.’ Geen speld tussen te krijgen.

Zo gaat ze met een knipoog door het leven in het verpleeghuis dat ooit klooster was. Maar die knipoog is weg als ze – nog steeds in bed – vertelt over het sterven van haar moeder, in 1955.
Die vertelde haar dochter op het einde van haar leven dat de Duitse Bijbel voor haar was bestemd. Ze had het ook in haar testament laten vastleggen. Maar alles wat er na het sterven van moeder gebeurde, geen Bijbel die de kant van zuster Gaudia opkwam.

Dit jaar werd alles anders toen een neef contact met haar zocht en een mooie boodschap had. Ruim 68 jaar na de dood van moeder kreeg ze alsnog haar Duitse Bijbel. Als geschenk door de dood heen, als een beloning voor het wachten. Voor deze zuster die ons in de Advent voorleeft wat wachten betekent, steek ik de derde en vierde kaars aan zodat het licht van Kerstmis steeds naderbij komt.

Deze column van Leo Fijen staat in KRO Magazine 50. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Reageren? mailbox@kromagazine.nl of Postbus 23200, 1202 ED Hilversum

Selma van Dijk: ‘Bij ons thuis was er altijd muziek’

Na jaren ‘Hart van Nederland’ te hebben gepresenteerd, stapte Selma van Dijk in 2021 over naar ‘NPO Klassiek’. Een logische zet van iemand die opgroeide met klassieke muziek. ‘Ik ben blij dat ik het kan doorgeven aan mijn kinderen.’

Je werkt dus met alleen maar klassiekemuziekfanaten?

“Ja, en het is een heel leuke club collega’s. Ik kwam drie jaar geleden wat bedachtzaam binnen, ik dacht dat ik met alleen maar serieuze mensen zou komen te werken. Ik heb die dag met iedereen kennisgemaakt en ’s avonds zei ik tegen mijn man dat ik nog nooit zo hard heb gelachen op mijn werk. Dat heilige gedoe dat sommige mensen om klassieke muziek heen hebben, heerst hier helemaal niet. Er is vooral veel liefde en bezieling. Ik dacht voordat ik hier kwam werken dat ik veel over muziek wist, maar daar ben ik snel op teruggekomen. Ik leer nog elke dag zo ontzettend veel over connecties tussen componisten, over verschillende periodes en over de levens van de componisten zelf. Er zijn zoveel bijzondere verhalen te vertellen. De laatste symfonie van Tsjaikovski bijvoorbeeld, die heet ook wel Symfonie pathétique. Een prachtig stuk, vol drama. Vlak nadat hij het voltooid had, is hij overleden. Dus het is ook direct een requiem. Ik vind het heerlijk dit soort wetenswaardigheden te delen met de luisteraars.”

Muziek is een grote liefde van je. Waar komt dat vandaan?

“Bij ons thuis was er altijd muziek, ik ben er mee opgegroeid. Mijn vader, Louis, (een van Nederlands bekendste pianisten, red.) begon elke ochtend stipt om 9 uur met studeren. Hij hield van improviseren, was daar ook erg goed in. Om dat te kunnen doen, moest hij zijn techniek op niveau houden. Dat vereiste een hoop studie. Het lag voor de hand dat ik als klein meisje ook een instrument ging bespelen, het werd viool. Zingen kan ik ook, ik heb jarenlang samen met mijn vader in theaters opgetreden. Ik ben heel blij dat ik mijn liefde voor muziek doorgeef aan mijn kinderen. Mijn zoon heeft een platenspeler en ik hoor hem regelmatig platen van zijn opa draaien. Op zulke momenten kan ik mijn geluk niet op.”

Je ging naar het conservatorium en was dus voorgesorteerd op een muzikale carrière. Hoe kwam je bij ‘Hart van Nederland’ terecht?

“Toen ik naar het conservatorium ging, wist ik nog niet precies wat ik wilde worden. Ik dacht dat dat aan het einde van mijn opleiding wel volstrekt duidelijk zou zijn. Dat was het niet: toen ik klaar was en was afgestudeerd als docerend musicus, wist ik het nog steeds niet. Ik zag mezelf niet dag in, dag uit lesgeven en ik ben niet handig genoeg als violist om in een orkest te spelen. Via een vriendin ben ik bij de televisie terechtgekomen. Het was toeval, maar ik vond het vanaf dag één geweldig. Het mooiste bij Hart van Nederland vond ik de menselijke verhalen. We konden als programma soms echt het verschil maken voor mensen, bijvoorbeeld door geld in te zamelen om de behandeling van een ernstig ziek kind te bekostigen. Dat vond ik de fijnste items om te presenteren.”

Het hele artikel leest u in KRO Magazine 50. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Lieneke van der Fluit

DigiGids: Thuis voor Kerstmis en Onopgelost

KRO Magazine zet in iedere editie de beste online kijktips op een rijtje, met soms ook nog een mooie podcast. Dit is de oogst van week 50:

Heerlijke Noorse kerstseries

Witte kerstdagen zijn zeldzaam in Nederland, maar wie toch verzekerd wil zijn van een mooi kerstlandschap kan zich onderdompelen in de Noorse kerstserie Hjem til jul (Thuis voor Kerstmis) uit 2019. De dertigjarige Johanne beweert in de romantische komedie dat ze een vriend heeft, waardoor ze halsoverkop op zoek moet naar een geschikte date voor de feestdagen. Het levert een zoektocht vol ongemakkelijke ontmoetingen op. Wie na twee seizoenen Hjem til jul nog een kerstserie wil, kan Julestorm van dezelfde maker opzetten. In de hartverwarmende dramaserie komt een groep mensen door een sneeuwstorm vast te zitten op een luchthaven. Beide series zijn te zien op Netflix.

Vastbijten in oude zaken

De populaire serie How to get away with murder is al een tijdje gestopt, maar gelukkig komt Videoland nu met een misdaadserie met een vergelijkbare insteek. Georgina Verbaan speelt in Onopgelost professor criminologie Mia van der Linden, die vijf studenten selecteert om cold cases op te lossen. Wanneer de zaak van het overleden jongetje Kevin Metsers uit 1993 verboden terrein blijkt, moet het team onorthodoxe methoden inzetten. Naast Verbaan zijn onder anderen Olga Zuiderhoek (Penoza), Hajo Bruins (Dertigers) en Mike Libanon (Oogappels) in de Nederlands-Vlaamse productie te zien. Onopgelost is vanaf 13 december in zijn geheel te streamen op Videoland.

Liefdesverhaal uit de jaren 50

In lijstjes kerstfilms staan vaak titels met ‘Carol’ maar het met zes Oscars genomineerde Carol (2015) zit daar eigenlijk zelden tussen. Het is ook geen typische kerstfilm, alleen al omdat het geen komisch feelgoodverhaal is, maar desondanks weet de prachtige romanverfilming de sfeer van de feestdagen knap te vangen. Fotograaf Therese (Rooney Mara) heeft een bijbaantje in een New Yorks warenhuis in de jaren 50. In de kerstperiode ontmoet ze daar de veel oudere Carol (Cate Blanchett). Ze worden verliefd op elkaar en beginnen een verhouding, ook al is Carol getrouwd. Kijk de romantische film op NPO Plus.

Dit en meer leest u in KRO Magazine 50. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden. Een vraag? Mail naar digigids@kromagazine.nl.

DigiGids: Honderd jaar eenzaamheid en Mary

KRO Magazine zet in iedere editie de beste online kijktips op een rijtje, met soms ook nog een mooie podcast. Dit is de oogst van week 49:

Het kerstverhaal van Maria

Rond deze tijd worden er weer veel Kerstfilms uitgebracht, maar films die het originele kerstverhaal vertellen zijn er een stuk minder. Bijbelepos Mary vertelt dat verhaal vanuit het perspectief van Maria. Na haar wonderbaarlijke gang naar het moederschap en de geboorte van Jezus, moet ze samen met Jozef vluchten. De brute koning Herodes, gespeeld door tweevoudig Oscarwinnaar Anthony Hopkins, is vastberaden de pasgeborene te vinden. In een interview met Aleteia zei regisseur D.J. Caruso over Maria: “Haar verhaal is vaak ondergewaardeerd. Ik wilde een film maken die Maria toont als iemand met wie we ons allemaal kunnen identificeren.” Vanaf 6 december op Netflix.

Bijna te groot om te verfilmen

De in 2014 overleden Nobelprijswinnaar Gabriel García Márquez verkocht de rechten voor zijn magisch-realistische roman Honderd jaar eenzaamheid nooit, omdat hij het verhaal te groot vond voor een film. Nu heeft Netflix, ondersteund door Márquez’ familie, geprobeerd het meesterwerk eer aan te doen met een gelijknamige, Colombiaanse serie. Het volgt de epische reis van neef en nicht José Arcadio Buendía en Úrsula Iguarán, die trouwen en de utopische stad Macondo stichten. Gedurende meerdere generaties kampt de Buendía-familie met liefde, waanzin en oorlog, gevangen door een vloek van honderd jaar eenzaamheid. De eerste acht afleveringen van de zestiendelige serie verschijnen 11 december op Netflix.

Waar is Sarah?

Waar is Sarah? won onlangs bij de Dutch Podcast Awards de prijzen voor beste podcast ebeste verhalende podcast. Het volgt hulpverlener Rob Timmerman, die de helft van het jaar meevaart op een boot op de Middellandse Zee, op zoek naar mensen in verdrinkingsnood. In 2016 redde hij de pasgeboren baby Sarah uit een rubberboot en sindsdien wil hij graag weten wat er van haar geworden is. De jury van de Dutch Podcast Awards: “Er zijn weinig podcasts die scènes zo duidelijk op je netvlies zetten als Waar is Sarah?” Luister via nporadio1.nl/ podcasts of via de bekende podcastplatforms.

Dit en meer leest u in KRO Magazine 49. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden. Een vraag? Mail naar digigids@kromagazine.nl.

Simone Kleinsma: ‘In mijn hoofd kan ik alles’

Simone Kleinsma leeft voor muziek, theater en de kleinkunst. Van het succesvolle ‘Klassiekers van Kleinsma’ tot rollen in musicals: aan stoppen denkt ze voorlopig nog niet. ‘Soms voel ik me nog 30.’

Hoe hebben alle gasten van ‘Klassiekers met Kleinsma’ jou geïnspireerd?

“Claudia de Breij zit in de eerste aflevering. Ze nam muziek van Typhoon mee, prachtig. Die man maakt zulke mooie teksten. En ze liet me Froukje horen. Heel leuk, echt iemand van nu, door haar ging ik ook naar S10 luisteren. Het is een heel nieuwe stijl, maar ik moet eerlijk zeggen dat ik ze erg op elkaar vind lijken. Ik doe zelf wat ik aan het einde van elk programma zeg: ‘Zoek ze eens op, die liedjes. Bijna alles is terug te vinden, luister er weer eens naar!’”

Wat luister je thuis?

“Dingen uit het programma, Maarten van Roozendaal bijvoorbeeld. Die man komt heel vaak voorbij in Klassiekers. En ik luister veel NPO Radio 5, of die oude crooners die je terugvoeren naar de jaren 60, 70 en 80. Het hoort een beetje bij de leeftijd denk ik, dat teruggrijpen op dingen van vroeger. Het is bij mij thuis nooit stil.”

Komt er hierna nog een nieuw seizoen?

“Ik wil heel graag door. Het zou zo zonde zijn om ermee te stoppen. Het is een te leuk programma om te maken én om naar te kijken. Dat denken wij tenminste. Het moet in alle agenda’s en schema’s passen. Iedereen heeft het druk; ikzelf ga in september het theater in met een soloprogramma. Ik kan er nog niets over zeggen, er staat nog niets op papier. Zolang mijn lijf het wil, ga ik lekker door.”

Het hele artikel leest u in KRO Magazine 49. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Tekst: Deborah Ligtenberg

Column Leo Fijen: Carola

Leo Fijen was tot november 2019 hoofdredacteur Levensbeschouwing bij KRO-NCRV daarna is hij deels met pensioen gegaan en zal hij als presentator aanblijven en adviezen geven aan de directie op het gebied van levensbeschouwing. In KRO Magazine schrijft hij wekelijks een column over zaken die hem opvallen of bezighouden.

De tweede kaars in de Advent is voor Carola van ’t Schip-Nieuwboer, een bevlogen vrouw die vanaf 1998 raadslid voor de gemeente Heerhugowaard is en altijd op de bres heeft gestaan voor de belangen van alle inwoners.

Veiligheid en voorzieningen in sport, cultuur, onderwijs en gezondheidszorg. Dat zijn haar prioriteiten, 26 jaar achtereen, ook als plaatsvervangend voorzitter van de raad. Deze vrouw heeft altijd geleefd voor haar naaste, in haar woonplaats en in haar gezin.

Dat leer ik beter kennen vanaf begin oktober. Dan krijg ik het verzoek of ik haar in het hospice van Egmond aan Zee de communie wil brengen en met haar wil bidden. Ze weet dat haar einde nabij is en zoekt steun in haar katholieke opvoeding.

Samen hebben we een paar keer het Onze Vader en het Wees Gegroet gebeden. Maar de meeste tijd luister ik naar haar verhaal dat grote indruk op me maakt. Want vanaf 2012 vecht ze tegen een dodelijke ziekte. Opgegeven en toch weer doorgegaan, geopereerd en toch weer opgestaan, met dank aan zoveel betrokken artsen.

Als ergens in deze tijd van Advent duidelijk wordt hoe kostbaar het leven is, dan laat zij het zien. Opgevoed met het licht van Christus zoekt Carola dat licht voortdurend in het donker van haar ziekte. En ze wijst haar man, kinderen, ouders en allen die haar dierbaar zijn voortdurend op dat licht. Zelfs als ze weet dat het einde echt nabij is, kijkt ze naar het licht en leeft ze dat voor. Zo trouwt ze haar eigen dochter als ambtenaar van de burgerlijke stand in Heerhugowaard, zo hoort ze van haar zoon dat ze oma gaat worden.

Leven en dood komen zo heel dicht bij elkaar, in het huwelijk van haar dochter en in het aanstaande vaderschap van haar zoon. Daar wijst ze mij op in haar kamer van het hospice. Ze vertelt over het nieuwe leven terwijl het om haar heen donker wordt. Als iemand heeft voorgeleefd waar het in de Advent om gaat, dan is het deze moedige vrouw Carola van ’t Schip-Nieuwboer. Als een rots in haar gezin en voor velen daarbuiten, haar tweede doopnaam is niet voor niets Petronella. Als een moeder voor velen, haar derde doopnaam is Maria. Als een licht in het donker. Zo is ze gestorven. Rust zacht, lieve Carola.

Deze column van Leo Fijen staat in KRO Magazine 49. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Reageren? mailbox@kromagazine.nl of Postbus 23200, 1202 ED Hilversum

Column Leo Fijen: Aleksej Navalny

Leo Fijen was tot november 2019 hoofdredacteur Levensbeschouwing bij KRO-NCRV daarna is hij deels met pensioen gegaan en zal hij als presentator aanblijven en adviezen geven aan de directie op het gebied van levensbeschouwing. In KRO Magazine schrijft hij wekelijks een column over zaken die hem opvallen of bezighouden.

In de Advent maken we de weken naar de geboorte van Christus tastbaar door de Adventskrans. Daar staan vier kaarsen die in de duisternis van onze wereld en in het donker van december het licht van Christus steeds meer nabij brengen.

We steken die kaarsen aan waar onze naasten bij zijn en waar de leden van onze kerk ook aanwezig zijn. Zo brengen die kaarsen gemeenschap in een samenleving waar je het steeds vaker zelf moet uitzoeken. De lichten van de Adventskrans verbinden op die manier mensen dichtbij en verder weg. En ze verbinden ons met de redder van de wereld, kindje Jezus.

Die kaarsen doen ook nog wat anders: ze geven hoop en vertrouwen dat we mogen geloven in een andere wereld die niet om ons eigen ik maar steeds om de ander draait en die ook richting aangeeft: niet ik, maar wij. Daar moest ik allemaal aan denken toen ik laatst moest wachten op het Centraal Station van Utrecht.

Het was zondagavond, de trein naar Hollandsche Rading zou pas een half uur later vertrekken. Om de tijd te doden stapte ik de kiosk binnen en zag daar de autobiografie liggen van Aleksej Navalny, voor het grootste deel geschreven in gevangenschap. Daar overleed hij ook, begin van dit jaar, ver weg van de bewoonde wereld, onder verdachte omstandigheden.

Deze moedige oppositieleider in Rusland werd de dood ingedreven door dictator Vladimir Poetin. En velen vroegen zich af waarom Navalny ooit terug was gegaan naar Rusland, nadat hij maar net een vergiftiging had overleefd en in Duitsland weer de weg naar gezondheid vond. Aleksej Navalny dacht niet aan zichzelf, maar aan zijn landgenoten die hongeren en dorsten naar gerechtigheid en in vrijheid willen leven. Hij wilde bij hen zijn. Daarom ging hij terug, om hen en de waarheid te dienen. Hij werd gedragen door zijn geloof.

Op die zondagavond bladerde ik door zijn autobiografie en werd getroffen door zijn woorden op de laatste pagina. Daar, op pagina 518, schrijft hij dat hij zijn lot aanvaardt en dat hij gelooft in het Koninkrijk van God. Want daar is geen angst en daar is de ziel onsterfelijk. Met dat visioen moet hij gestorven zijn, het eeuwige licht. Voor deze moedige held met dit onwankelbare geloof steek ik de eerste kaars van de Adventskrans aan.

Deze column van Leo Fijen staat in KRO Magazine 48. Bent u geen abonnee, maar wilt u niets meer uit de gids missen? U kunt hier abonnee worden.

Reageren? mailbox@kromagazine.nl of Postbus 23200, 1202 ED Hilversum

Back to top