Leo Fijen was tot november 2019 hoofdredacteur Levensbeschouwing bij KRO-NCRV daarna is hij deels met pensioen gegaan en zal hij als presentator aanblijven en adviezen geven aan de directie op het gebied van levensbeschouwing. In KRO Magazine schrijft hij wekelijks een column over zaken die hem opvallen of bezighouden.
In de Advent maken we de weken naar de geboorte van Christus tastbaar door de Adventskrans. Daar staan vier kaarsen die in de duisternis van onze wereld en in het donker van december het licht van Christus steeds meer nabij brengen.
We steken die kaarsen aan waar onze naasten bij zijn en waar de leden van onze kerk ook aanwezig zijn. Zo brengen die kaarsen gemeenschap in een samenleving waar je het steeds vaker zelf moet uitzoeken. De lichten van de Adventskrans verbinden op die manier mensen dichtbij en verder weg. En ze verbinden ons met de redder van de wereld, kindje Jezus.
Die kaarsen doen ook nog wat anders: ze geven hoop en vertrouwen dat we mogen geloven in een andere wereld die niet om ons eigen ik maar steeds om de ander draait en die ook richting aangeeft: niet ik, maar wij. Daar moest ik allemaal aan denken toen ik laatst moest wachten op het Centraal Station van Utrecht.
Het was zondagavond, de trein naar Hollandsche Rading zou pas een half uur later vertrekken. Om de tijd te doden stapte ik de kiosk binnen en zag daar de autobiografie liggen van Aleksej Navalny, voor het grootste deel geschreven in gevangenschap. Daar overleed hij ook, begin van dit jaar, ver weg van de bewoonde wereld, onder verdachte omstandigheden.
Deze moedige oppositieleider in Rusland werd de dood ingedreven door dictator Vladimir Poetin. En velen vroegen zich af waarom Navalny ooit terug was gegaan naar Rusland, nadat hij maar net een vergiftiging had overleefd en in Duitsland weer de weg naar gezondheid vond. Aleksej Navalny dacht niet aan zichzelf, maar aan zijn landgenoten die hongeren en dorsten naar gerechtigheid en in vrijheid willen leven. Hij wilde bij hen zijn. Daarom ging hij terug, om hen en de waarheid te dienen. Hij werd gedragen door zijn geloof.
Op die zondagavond bladerde ik door zijn autobiografie en werd getroffen door zijn woorden op de laatste pagina. Daar, op pagina 518, schrijft hij dat hij zijn lot aanvaardt en dat hij gelooft in het Koninkrijk van God. Want daar is geen angst en daar is de ziel onsterfelijk. Met dat visioen moet hij gestorven zijn, het eeuwige licht. Voor deze moedige held met dit onwankelbare geloof steek ik de eerste kaars van de Adventskrans aan.
Reageren? mailbox@kromagazine.nl of Postbus 23200, 1202 ED Hilversum